Wie heeft het niet gezien op de televisie: Domino Day? Een zevende deel van de Nederlanders kijkt elk jaar naar de grote velden gekleurde stenen die omvallen. Dit jaar zullen we het vanwege de recessie moeten missen. Waarom vallen de stenen? De eerste steen wordt omgeduwd en de rest valt doordat een steen in de buurt omvalt. Tot geloof komen werkt eigenlijk op precies dezelfde manier. God zet de zaak in beweging en hij vraagt christenen dicht bij anderen mensen te gaan staan, zodat zij meegaan in hun ‘val’. Evangelisatie heeft zijn basis in relatie.

Als steentjes niet vallen

God ziet onze wereld als die grote zaal van Domino Day: vol grote velden gekleurde steentjes. Hij maakte die steentjes zelf en ze waren zeer goed, maar verloren door de zondeval kleur en glans. Ook kregen de stenen een constructiefout: ze willen niet omvallen. Ze willen zich niet overgeven aan God, maar zelfstandig en onafhankelijk zijn. God stelde zichzelf daarom een builders challenge: hoe krijg ik die stenen om? Tenslotte zijn ze daar voor gemaakt! Hij heeft er een oplossing voor bedacht die bestaat uit twee fases.

Fase 1: God begint
De oplossing begint in ons verleden. Omdat God wil dat we vallen kwam hij (in Jezus) dicht naar ons, de stenen, toe. Een vreemde oplossing en een megaprestatie. Hij komt dichtbij, dichterbij, nog dichterbij, hij wordt zelf dominosteen. Hij wordt de nieuwe beginsteen die wél kan en wil vallen.
De boodschap van Jezus is: Ik kan je weer in beweging zetten, door mij kan je weer vallen! En in opperste gehoorzaamheid én als inspirerend voorbeeld viel hij zelf, voor ons. God komt dichtbij en valt. Dit is Gods methode: dichtbij komen. Dit is Gods oplossing om de wereld om te krijgen: zelf vallen. De steen ‘die de bouwers afkeurden’ maakte God tot de eerste en belangrijkste. Want Gods doel is dat de hele wereld valt voor Hem! Dat is pas Domino Day!

Fase 2: Jij volgt
En dan kan de tweede fase beginnen. Dat gaat op twee manieren: door Gods Geest en via Gods mensen. Gods Geest maakt dat God stenen restaureert, stenen verplaatst. God woont in mensen en komt zo opnieuw dichtbij. Hij, via ons, op duizenden plekken in al die velden gekleurde stenen aanwezig.

Het ‘ga dus op weg’ uit Mattheüs 28 betekent niet dat je weg moet gaan! Het betekent dat je dichter en dichter naar andere mensen toe moet gaan, naast ze komt te staan!
God gaf het voorbeeld: hij kwam heel dicht bij. Hij wil dat jij ook op die manier te werk gaat.

Jezus geeft je daarnaast de opdracht ‘be a rolling stone!’ Volg mij!

Jaap

Neem Jaap. Hij is van huis uit katholiek en ging alleen met kerst naar de kerk. Hij zat eerst op een christelijke school, is verhuisd en kwam daarna op een openbare middelbare school terecht. Op z’n 15e krijgt hij voetbalvrienden, waarvan er twee christen zijn. Daar trekt hij veel mee op en vaak eet hij bij één van hen thuis. Zo maakt hij kennis met Bijbelverhalen en protestants bidden. Ook heeft hij een gelovige oma die altijd kruisjes slaat en de rozenkrans voor hem bidt. Met de zus van één van die vrienden krijgt hij op z’n 19e verkering.

En dan wordt z’n leven langzaam aan meegetrokken richting geloof en kerk. Op allerlei manieren. Z’n vriendin verwacht dat hij met haar mee naar de kerk gaat, vaak zelfs twee keer! Jaap mag haar ouders en haar broer heel erg graag. Het zijn leuke mensen waar je goed mee kan praten en hij is altijd welkom bij hen. En gaandeweg de verkering ontdekt hij opeens dat hij zich afvraagt waarom z’n ouders niet geloven. Dan volgt er catechisatie. Jaap noemt de dominee achteraf ‘een man die al mijn vragen en daarmee mij altijd serieus nam’. Ook vond hij hem ‘een heel aardige kerel die altijd tijd voor me had’.

Waarom Jaap en anderen mensen ‘om’ gaan

Als je Jaap vraagt waarom hij gelooft zegt hij altijd dat God het heeft geregeld en dat een paar mensen een sleutelrol speelden. Want God is aan het werk! Via zijn Geest, door zijn mensen, via zijn kerk en op vele andere manieren. Het is een belangrijk punt in dit artikel en het boek Volg mij: christenen zijn belangrijk! Nieuwe gelovigen noemen heel vaak specifieke mensen die voor hen belangrijk zijn geweest. Vrienden en partners bijvoorbeeld. Mensen waaraan ze kunnen zien en horen wat geloven in de praktijk betekent en hoe een band met Jezus er uit ziet. Zeven van de tien nieuwe gelovigen zijn tot geloof gekomen vanwege christenen in hun onmiddellijke omgeving: evangelisatie vanuit relatie dus! Mensen vallen voor Christus, omdat ze in beweging worden gezet door mensen die eerder al gevallen waren door en voor Christus. Eerst dichtbij komen en blijven, dan pas vallen mensen.

Dichtbij zijn komt voor het vallen

Het voorbeeld hierboven geeft een belangrijke ‘regel’ van evangelisatie weer. Relatie komt vaak voor de bekering: dichtbij zijn komt voor vallen. Veel mensen komen tot geloof als ze al een tijdje deel uitmaken van een gezin of groep die hen lief heeft en helemaal accepteert. Want een mens verlangt naar een plek waar je vragen mag stellen en, in alle eigenheid – en soms afwijkende en/of zondige levensstijl – er mag zijn zoals je bent. Elk mens wil zich geaccepteerd voelen, wil geliefd zijn. De basis is nabijheid en vertrouwen. Dat is de bodem voor woorden die worden gezaaid. Met iemand wel je woorden delen, maar niet je leven… is als wel met iemand in de hemel willen komen, maar niet aan tafel…

Laat je gebruiken als levende steen, plaats jezelf dichtbij anderen. God werkt via jou: hij geeft zichzelf aan jou, zodat jij een zegen kan zijn voor andere mensen. Calvijn verwoordde dat zo: ‘God is de Zegenaar in de zegenaar’. Je kunt het geloof niet weggeven als was het een cadeau. Het is niet iets wat je iemand kunt geven, hoe graag je het ook zou willen. Maar jij kunt wel dichtbij een ander komen.

‘Als jij dichtbij een ander komt, komt God dicht bij mensen, dat is het wonder van de Geest’, schrijft C.J. de Ruijter. God wil jou als steen in het veld inzetten. Hij geeft jou een ‘builders challenge’: maak anderen tot volgelingen van mijn zoon.
Mensen komen om persoonlijk en verschillende redenen tot geloof. Toch hoor je in de verhalen steeds weer dezelfde punten opduiken. Van deze pas gevallen dominostenen kunnen we leren hoe God ‘zijn domino speelt’.  God werkt via allerlei kleine duwtjes, met name van mensen die al eerder voor God waren gevallen.