Lening soms gewenst
Het ondersteunen door middel van een gift is dus de regel. Toch kan in bepaalde situaties een lening gewenst zijn. Bijvoorbeeld in de volgende situaties:
Zuivere motivatie bij lenen
Het kan gemakkelijk gebeuren dat de keuze om een lening te verstrekken wordt ingegeven door onjuiste motieven. Het verstrekken van een lening omdat zo de diaconale reserves minder snel verminderen is een voorbeeld van zo’n onjuist motief. Zuinig omgaan met collectegeld klinkt wellicht begrijpelijk. We menen dan dat we op die manier verantwoordelijk met het ons toevertrouwde geld omgaan. Het is echter goed om te beseffen dat diaconaal geld niet bedoeld is om (lang) op een rekening te staan. Het is bestemd voor mensen in nood. Het geld is immers geen bezit van de diaconie. Zij beheert het alleen en het geld dient zo snel mogelijk de mensen te bereiken voor wie het is bestemd!
Het terugkrijgen van uitgegeven geld mag daarom ook nooit uitgangspunt zijn voor het geven van een lening. Het op peil houden van diaconale reserves zal niet aan de uitgaven-, maar juist aan de inkomstenkant dienen te gebeuren!
Het mag duidelijk zijn dat een diaconie geen rente vraagt voor het verstrekken van een lening!
Overeenkomst diaconale lening
Wanneer een diaconie heeft besloten een lening te verstrekken dan kan daarvan een overeenkomst worden opgesteld die door de aanvrager en de diaconie wordt ondertekend.
Het opstellen van zo’n overeenkomst is verstandig met het oog op controlerende instanties, want een lening is geen gift en een gift wordt gezien als bron van inkomsten. Hieronder kun je een aantal relevante formulieren downloaden:
Verder is de functie van een dergelijk contract, naast een eventuele administratieve vastlegging van de gemaakte afspraken, beperkt. Laten we eerlijk zijn, wanneer iemand niet wil terugbetalen zal een diaconie niet snel met het contract in de hand juridische stappen zetten om alsnog terugbetaling te eisen.
Zoals eerder aangegeven draait het bij het terugbetalen van een lening om de eigen verantwoordelijkheid van de hulpvrager. Deze probeert in principe het geleende bedrag af te betalen. Kijk vooraf samen wel goed naar de afloscapaciteit en aflostermijn. Spreek geen te hoge aflosbedragen af. Ga liever wat lager zitten. Spreek ook geen te lange aflostermijn af, bij voorkeur niet langer dan 5 jaar.
Evalueer de stand van zaken
Evalueer periodiek de stand van zaken: loopt alles nog goed? Lukt het de gemaakte afspraken na te komen of moet hier wat aan worden gewijzigd? Succesvol aflossen doet de eigenwaarde van de hulpvrager goed. Bij meer financiële ruimte kan deze mogelijk extra aflossen.
Bij het verstrekken van een lening is het niet ondenkbeeldig dat het geld niet tijdig kan worden terugbetaald. Soms is er daarbij sprake van onwil, maar het kan ook zijn dat de afgesproken termijnbedragen gewoon te hoog zijn en dat de persoon in kwestie wel wil maar niet kan terugbetalen. Wees je bewust van deze mogelijkheid en wees ook bereid om in voorkomende gevallen het gesprek hierover aan te gaan. Als blijkt dat afbetaling toch niet lukt, kan de diaconie besluiten het restant kwijt te schelden. Bedenk dat het geen doel op zich is om als diaconie het geleende geld terug te krijgen.