Recht doen
Bij gerechtigheid gaat het erom dat er ook iets aan de oorzaak van de ellende wordt gedaan. Zodat mensen tot hun recht komen. Dat betekent dat we onrechtvaardige situaties aankaarten en opkomen voor de mensen die hiermee te maken krijgen. Vanuit barmhartigheid help je mensen, maar daarnaast kaart je de oorzaken van problemen aan. Bijvoorbeeld bij de burgerlijke gemeente.
Ook de zorg voor de schepping heeft hier mee te maken. De aarde is niet van ons en we hebben de verantwoordelijkheid om zorgvuldig met de schepping om te gaan. Er is een beter evenwicht nodig tussen de drive om geld te verdienen en hoe we omgaan met de waardigheid van mensen en respect tonen voor de natuur. Als kerk willen we hiervan getuigen en streven naar duurzame relaties met mensen en met de schepping.
De Bijbel over barmhartigheid en gerechtigheid
Het helpen van en opkomen voor mensen in kwetsbare posities zie je op veel plaatsen in de Bijbel terug. Vanaf het begin van Gods verhaal met mensen vinden we richtlijnen voor onze relatie met God en de naaste. Barmhartigheid en gerechtigheid zijn daarbij sleutelwoorden. Weduwen, wezen en vreemdelingen waren in Bijbelse tijden de meest kwetsbare groepen in de samenleving. De wetgeving van het Oude Testament bevat veel regels die juist hen beschermen. Hun rechten worden tot in detail beschreven en beschermd, want ook zij horen volop bij de gemeenschap van God.
En die zorgplicht beperkte zich niet tot het eigen volk, want Israël werd nadrukkelijk opgeroepen om ook vreemdelingen liefdevol te behandelen. Ze waren zelf immers ook vreemdeling geweest (Deut. 10:19).
Het concreet omzien naar kwetsbare medemensen was ook niet vrijblijvend (Deut. 14:28-29, 24:17-22, 26:11-13; Jes. 58:6-11). God neemt het hoog op als het volk Israël deze plicht verzaakt. Voor Hem is het zelfs een teken dat het volk Israël Hem ontrouw is geworden (Jes. 1:17). Inzet voor barmhartigheid en gerechtigheid behoren tot de kern van een levend geloof!
In het Nieuwe Testament wordt die lijn doorgetrokken. Denk aan het verhaal van de barmhartige Samaritaan. Het is een antwoord op de vraag ‘wat moet ik doen om het eeuwige leven te krijgen?’. In Matteüs 25 zien we diezelfde scherpte. We lezen daar over het laatste oordeel wanneer Jezus weer terugkomt. In het Koninkrijk van God is het omzien naar naar hongerigen, dorstigen, naakten, vreemdelingen, gevangenen en zieken geen bijzaak, maar behoort het tot de kern van geloven. Ik denk omdat God verlangt naar mensen, waarin Hij iets van zichzelf terugziet.