Jezus’ boodschap is vaak confronterend en ongemakkelijk. Wat te denken van Zijn uitspraak “Wie zijn leven verliest omwille van Mij, zal het behouden”? Hoe gaat dat als jongeren vooral verlangen naar huisje-boompje-beestje?
Jezus’ boodschap is vaak confronterend en ongemakkelijk. Wat te denken van Zijn uitspraak “Wie zijn leven verliest omwille van Mij, zal het behouden”? Hoe gaat dat als jongeren vooral verlangen naar huisje-boompje-beestje?
Vorig jaar verschenen de jeugdtrends van Kerkpunt en een aantal andere organisaties. Onderdeel daarvan was een groot onderzoek onder jongeren. Wat bleek: jongeren willen graag stabiliteit. Ze dromen van een overzichtelijk bestaan: huisje, boompje, beestje. Een goede partner, kinderen, een fijne woning, een stabiele baan – een burgerlijk leven in een overzichtelijke wereld.
Wellicht is die wens naar een stabiel leven van alle tijden. Maar zeker vandaag de dag is het niet verwonderlijk. Jongeren groeien op in een onzekere en vaak verontrustende realiteit. Ze maken zich – blijkt uit hetzelfde onderzoek – zorgen over oorlogen, klimaatverandering, uitbuiting, racisme, discriminatie, en de moeilijkheid om woonruimte of passend werk te vinden. Het verlangen naar een stabiel en veilig leven lijkt me een begrijpelijke reactie op een verwarrende tijd.
verlangen naar een stabiel en veilig leven
Is het voor jongeren in deze tijd dan niet heel tegenstrijdig om met een boodschap te komen van zelfverloochening en je kruis op te nemen? Jezus’ oproep om jezelf te verloochenen klinkt nogal zwaar: ‘Heb ik niet al genoeg aan mijn hoofd?’ Maar als we deze oproep plaatsen in het licht van Jezus’ boodschap over het Koninkrijk waar Hij het zoveel over had, dan is kruisdragen niet synoniem aan ‘heel hard je best doen voor God’. Jezus verwijt het de religieuze leraren van die tijd juist dat ze mensen belasten met regels en verplichtingen. Zelf zegt Hij: “Kom naar Mij, jullie die vermoeid zijn… mijn juk is zacht en mijn last is licht” (Mat. 11:28-30). Denk ook aan de start van de Bergrede met de zaligsprekingen (Mat. 5:1-16) en Jezus oproep om naar Zijn stem te luisteren waardoor we het leven leren leven in al zijn volheid (Joh. 10:10). Jezus’ woorden geven aan veel mensen hoop en perspectief. Ze mogen ervaren wat het betekent om te leven op het ritme van genade. Het gaat Jezus erom dat we leren leven in verbondenheid met de Maker, die weet hoe Hij jou en mij bedoeld heeft. Het effect daarvan is dat we op een andere manier aankijken tegen de uitdagingen van het leven.
Ik had het laatst met mijn dochter over haar basisschooltijd. Ze had er een prettige tijd. Ik vroeg haar hoe ze erop terugkeek en wat maakte dat het zo’n goede tijd was. Ze zei: ‘ik had toen een meester en een juf en die zagen me echt’. Gezien worden. Mensen die blij met jou zijn om wie je bent, niet om wat je allemaal doet. Iemand die echte interesse heeft in jou. Hoe goed is dat. Een wereld van verschil!
Dan Jezus. Hij trok intensief op met twaalf mensen die Hij in overleg met Vader en Geest selecteerde. Als Hij zijn team samenstelt, heeft Hij een boeiend gesprekje met Natanaël, die zich afvraagt waar de anderen nou zo enthousiast over zijn. Als hij verbaasd is over wat Jezus over hem zegt waarmee Jezus laat merken dat Hij begrijpt wie deze man is, vraagt Natanaël: ‘Waar kent u mij van?’ Jezus: ‘Ik had je al gezien voordat Filippus je riep, toen je onder de vijgenboom zat.’ (Joh, 1:48). Natanaël vraagt: waar kent U mij van? Jezus antwoordt: ik zag jou. Kennen begint met zien. Dan gaat er bij Natanaël direct een knop om: hij gaat vol enthousiasme achter Jezus aan.
Het gaat dus om verbinding, om gezien worden zoals we zijn en waar me mee zitten. En die verbinding ontstaat als we echt aanwezig zijn. Wie is daar nou beter in dan God zelf, de grote aanwezige, de: ‘Ik ben er’ en ‘Ik zal er zijn’! Wij mogen Jezus navolgen als Hij ons roept om aanwezig te zijn in de levens van mensen die Hij zelf op onze weg plaatst. Het begint dus met de verbinding met Hem en het gaat over verbinding met medemensen.
klinkt paradoxaal, maar het is de kern van het evangelie
Jezus zegt: “Wie zijn leven verliest omwille van Mij, zal het behouden.” Dat klinkt paradoxaal, maar het is de kern van het evangelie. Door je leven aan Hem te verliezen – door te vertrouwen, los te laten, te volgen – ontdek je dat je geliefd bent, geroepen, bedoeld. Je hoeft je niet te bewijzen of te voldoen aan de verwachtingen van de wereld. Je ontdekt ook dat je geleid wordt. Dat de Geest jou influistert: ‘maak je maar geen zorgen…; laat het los…; geef het maar aan mij’. God roept jou in de eerste plaats tot relatie. Je bent Zijn kind. Vanuit die verbinding mag je ontdekken welke richting Hij jou wijst. Niet altijd via grootse plannen, maar stap voor stap, in vertrouwen.
Huisje, boompje, beestje. Misschien raakt dat verlangen naar stabiliteit wel aan iets diepers. Een verlangen naar een fundament. Een plek om thuis te zijn – in je eigen leven, in de wereld, bij God. Laten we elkaar, en onze jongeren in het bijzonder, helpen om dat fundament te bouwen door bij elkaar te zijn en van Jezus te leren. Dat vraagt om een kwalitatieve investering in het leven van een ander. Op wie focus jij je de komende tijd? Aan wie geef jij onverdeelde aandacht?
Kijk eens met elkaar naar het jeugdwerk in de kerk. Zijn beide kanten aanwezig: uitnodigen (juk is zacht) én uitdagen (zelfverloochening, je leven verliezen).
Deze bijdrage is geschreven door Pieter Messelink voor de Jeugdkatern van Onderweg.
Lees binnenkort deel twee van dit verhaal op onze website.